Theodor Lotz (1747-1792) was een instrumentmaker die in de zelfde tijd als Mozart werkzaam was in Wenen en die direct geassocieerd kan worden met Anton Stadler, Mozarts eerste klarinettist. Helaas is er van hem maar één overgebleven klarinet bekend (Genève 136). Wel zijn er van hem veel meer bassethoorns overgebleven. In zeer verwante stijl zijn er ook instrumenten van tijd- en plaatsgenoten van Lotz zoals Griesbacher en Hammig behouden gebleven.
Mijn Lotz-klarinetten zijn in eerste instantie gebaseerd op de besklarinet in Genève en verder heb ik gekeken naar de instrumenten van zijn collega's (bijvoorbeeld een Griesbacher A-klarinet in Leipzig). Deze instrumenten hebben een relatief wijde boring en een wat lage positionering van de vingergaten, met name van de rechterhand. Deze lage (en daardoor ook wat grotere) vingergaten zorgen voor een wat vollere klank en relatief goede vorkgrepen met name in het lage register. In basis zijn het klarinetten met vijf kleppen die door associatie met tijd en plaats zeer geschikt zijn voor de muziek van Mozart en tijdgenoten. Om ook het spelen van wat latere muziek mogelijk te maken maak ik ze ook met extra delen met meer kleppen.